Een maandag
Commentaar door Jan van Benthem
Afghanistan, Irak, Pakistan, Somalië. Het is niet zomaar een rij namen die gisteren het nieuws domineerde en aan het denken zet. In de hoofdsteden Kabul, Bagdad en Islamabad stierven tientallen mensen door zware aanslagen, het werk van extremisten die zichzelf als ware islamieten beschouwen. In Somalië werd het hoofd van het VN-ontwikkelingsprogramma in dit verscheurde land doodgeschoten, toen hij de moskee verliet.
De overeenkomst tussen deze aanslagen is dat ze het werk zijn van groeperingen die zich verwant voelen of zijn met al-Qaeda en de taliban. Een andere overeenkomst is dat ze gericht zijn tegen mensen of instellingen die het land veilig willen maken en ontwikkelen. Dat daarbij ook volstrekt onschuldige burgers om het leven komen, deert de daders niet. Wie hun ideeën niet navolgt, is in hun ogen het leven niet waard.
Het nieuws over deze aanslagen raakt ons wellicht niet direct, gewend als we zijn geraakt aan berichten over tientallen doden in landen als Irak en Afghanistan. Maar het is goed te beseffen dat de ideologie die deze daders drijft, niet ver weg is. Op een andere dag in juli, drie jaar geleden, stierven ruim vijftig mensen in Londen door de hand van een viertal goed opgeleide jonge mannen, even verblind als degenen die zich gisteren en eergisteren hebben opgeblazen. Het is ook nog maar een jaar geleden dat een aanslag in het Schotse Glasgow mislukte en twee aanslagen in de Britse hoofdstad Londen werden voorkomen. De daders waren artsen, opgeleid om levens te redden, niet om te doden.
De aanslag in Afghanistan was opnieuw gericht tegen een ambassade, zoals eerder de Deense ambassade doelwit is geweest. Nu ging het om India, dat met grote projecten een van de belangrijkste hulpdonoren voor Afghanistan is. Eenzelfde achtergrond heeft de aanslag op de VN-medewerker in Somalië.
Het is dus niet nodig om bij een militaire operatie in dergelijke landen betrokken te zijn om doelwit te worden voor het extremisme. Iedereen die meehelpt met de opbouw van het land tot een levendige, vrije samenleving, loopt gevaar.
Er is wat deze extremisten betreft geen verschil. Het gaat hen er ten diepste om dat de leugen die zij als enige waarheid zien heerst over hun land. Dit extremisme bedreigt honderden miljoenen inwoners van islamitische landen en via hen ook onze samenlevingen. Daarom moeten we blijven nadenken over werkelijk goede antwoorden, die verder gaan dan militaire acties en hulpverlening.
De moeite daarbij is dat ook onze samenleving niet wil erkennen dat achter die drang tot doden in naam van de waarheid de vader van de leugen schuilgaat. En hij valt alleen uit te schakelen door te buigen voor de echte waarheid van Gods woord. Zolang de mens dat niet doet, blijft hij geleid door de leugen eigen waarheden scheppen, in naam waarvan hij anderen ombrengt.
Ned.Dagblad 08-07-08