oor Jan van Benthem
Nee, strenge sancties tegen Noord-Korea zouden niet werken, riepen Rusland en China vorige maand in koor toen het land een langeafstandsraket de lucht in schoot. Het bewind van Pyongyang liet er geen gras over groeien en heeft gisteren laten zien dat het een echte kernwapenmogendheid is geworden. Met dank aan de slappe rug van de Veiligheidsraad.
Het regime van Noord-Korea staat in de diplomatieke wereld bekend als het spreekwoordelijke voorbeeld van list en bedrog. Op een ding na: als het dreigt met een raket of een kernproef, geloof het dan maar. Want alles draait om maar één ding: het aantonen dat Noord-Korea een kernmacht is en dat het bewind onder leiding van de Geliefde Leider Kim Jong Il een plaats verdient aan de tafel der groten. Daarnaast moet de VN Veiligheidsraad goed begrijpen dat niemand ter wereld het recht heeft het land de les te lezen. Pyongyangs wil is wet, niet de rechtsregels van de internationale gemeenschap.
Onderhandelen met een dergelijk onhandelbaar bewind zet weinig zoden aan de dijk, ook al zijn de afgelopen drie jaar wel een paar opmerkelijke akkoorden gesloten. De kernproef van gisteren heeft laten zien wat die waard zijn: niets. Noord-Korea is steeds stug doorgegaan met het ontwikkelen van langeafstandsraketten en het verfijnen van z'n kernbom. Met resultaat. Begin vorige maand schoot het land een raket af die een reikwijdte bleek te hebben van zo'n drieduizend kilometer. Dat was al genoeg reden voor zorg, maar sinds gisteren is die raket bij wijze van spreken nu ook voorzien van een kernlading.
Hirosjima
De vooruitgang in de ontwikkeling van een echt kernwapen is namelijk nog sneller gegaan. De bom die gisteren tot explosie is gebracht, had volgens het Russische ministerie van Defensie, dat vlak over de grens vrij nauwkeurig kan meten wat er gebeurde, een kracht van tien tot twintig kiloton. Deze bom was daarmee ongeveer even sterk als de atoombom die boven Hirosjima is afgeworpen en twintig keer sterker dan de eerste kernproef waar Noord-Korea in 2006 de wereld al mee verraste.
Bovendien zijn deskundigen er langzamerhand van overtuigd dat Noord-Korea nu echte, praktisch inzetbare kernbommen kan bouwen. Die doorbaak heeft het land eind vorig jaar bereikt, is de inschatting van Daniel Pinkston van de International Crisis Group. Ook de VS denken dat. In december publiceerde het centrale commando van de Amerikaanse strijdkrachten zijn jaarrapport, waarin voor het eerst Noord-Korea naast China, India, Pakistan als Aziatische kernwapenmogendheid werd genoemd. De toenmalige regering Bush verzekerde nog dat dit niet de 'officiële politieke lijn' was, maar de voormalige minister van Defensie James Schlesinger kwam met een door het Pentagon ingestelde onderzoeksgroep ook tot de conclusie dat ,,Noord-Korea, Pakistan en India beschikken over zowel nucleaire wapens als de raketten om hen te vervoeren''.
In januari werd het al officieel, toen minister van Defensie Robert Gates in Foreign Affairs een artikel schreef waarin hij het had over ,,de boog van nucleaire machten van Israël in het Westen, via een opkomend Iran naar Pakistan, India, China, Rusland en Noord-Korea.'' En eind vorige maand trok ook het bedachtzame hoofd van het Internationale Atoomagentschap, Mohamed ElBaradei de onvermijdelijke conclusie: ,,Noord-Korea heeft kernwapens, dat is een vaststaand feit. We moeten de werkelijkheid in ogen zien''.
Noord-Korea heeft dat gisteren als het ware van zijn kant ook officieel bevestigd door zowel een kennelijk inzetbaar kernwapen tot ontploffing te brengen en, volgens Zuid-Korea, twee korte afstandsraketten af te vuren. Daarmee is het land een directe bedreiging voor Zuid-Korea en Japan, twee landen die hebben laten weten genoeg te hebben van het onbetrouwbare gedraai en gekonkel van Pyongyang.
Slappe rug
Toch is die dreiging in de regio niet het meest gevaarlijke aspect van het Noord-Koreaanse kernprogramma. Het gaat om twee andere zaken: de export van de kennis en de materialen naar landen als Iran en Syrië en de systematische slappe rug van de VN Veiligheidsraad.
Er is in het diplomatieke overleg met Noord-Korea vrijwel alles geprobeerd, van vriendelijk onderhandelen (door onder meer de regering Clinton in de jaren negentig en de regering Bush in 2006 en 2007) tot vrij strenge sancties voor met name de regerende elite. Dat laatste bleek vrij succesvol, maar al snel nadat Noord-Korea aan de onderhandelingstafel een nieuw akkoord had getekend vond het regime aanleiding de gemaakte afspraken weer te schenden. Tegelijk eiste het wel met veel kabaal van de andere partijen - en dan vooral de VS - dat deze hun toezeggingen zouden nakomen.
Het land kreeg de ruimte dit te doen door het eindeloze traineren door Rusland en China van echt steekhoudende maatregelen. En zelfs nu komt de reactie van Moskou en Peking neer op 'dit wijzen we resoluut af en we roepen op tot nieuwe besprekingen'.
Grimmige waarschuwing
Het is door dezelfde houding van Rusland en China tegenover Iran dat dit land met enkele jaren achterstand dezelfde diplomatieke trucjes uithaalt als het Noord-Koreaanse voorbeeld. Steeds weer wat toezeggen, dan weer alles negeren en intussen stug doorontwikkelen. Ook Iran heeft de afgelopen maanden een langeafstandsraket getest, met dezelfde smoesjes als Noord-Korea gebruikte. Ook Iran werkt aan een nucleair programma en negeert daarbij met dank aan Moskou en Peking de Veiligheidsraad. En ook Iran is nu, onder meer door het gebruikmaken van Noord-Koreaanse kennis, dichtbij een kernwapen.
Eergisteren kwam de Amerikaanse admiraal Mike Mullen als voorzitter van de gezamenlijke chefs staven van de Amerikaanse strijdkrachten, met een grimmige waarschuwing. Volgens hem duurt het nog een tot drie jaar voor Iran een echt werkende atoombom heeft ontwikkeld. Dat is meteen de maximale tijdsduur die nog rest voor een diplomatieke oplossing.
Maar zo dichtbij het doel, een wapen waarmee Iran een regionale grootmacht wordt en waarmee het Israël kan gijzelen - of erger - zal Teheran het kernprogramma niet gemakkelijk opgeven. Net als Pyongyang is ook Teheran een meesterspeler geworden op het diplomatieke schaakbord, waarbij het alle ruimte die het geaarzel van Moskou en Peking bood heeft benut.
Mullen vervolgde, in een interview met de zender ABC dat er nog maar ,,een behoorlijk krappe ruimte'' is overgebleven om het Iraanse kernprogramma via onderhandelingen te stoppen. Dat vereist een volledige samenwerking van de leden van de VN Veiligheidsraad. Als die samenwerking er niet snel komt, moet president Obama zich samen met zijn politieke en militaire leiding en met de westerse bondgenoten gaan bezinnen over de vraag, wat een echte Iraanse kernbom betekent.
Ned.Dagblad 26-05-09