door Aad Kamsteeg
Dezer dagen kreeg ik een onderzoek onder ogen over de vraag hoe media in verschillende staten omgaan met hun nieuwsvoorziening. Welke berichten pikken kranten en journaals op uit het enorme aanbod van persbureaus, correspondenten en andere bronnen?
Een van de conclusies is dat er, naast grote interesse voor gebeurtenissen in eigen land, veel aandacht wordt besteed aan landen waarmee men door een koloniaal verleden een bijzondere band heeft. Logisch toch? Of toch niet?
Onlangs bezocht ik in Amsterdam een forumdebat over de Zuid-Molukse kwestie. Door verschillende aanwezigen werd geklaagd over de geringe belangstelling die Nederlandse media aan de dag plegen te leggen voor wat op de Molukken gebeurt. Ik denk dat de klacht terecht is en moet worden uitgebreid naar Papoea, het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea.
Het lijkt erop of onze vaderlandse journalistiek - positieve uitzonderingen daargelaten - een blinde vlek heeft voor wat zich in beide gebieden afspeelt.
RMS-vlag
Het meest recente voorbeeld is het vrijwel negeren van de zware straffen die Zuid-Molukse dansers opgelegd kregen, nadat zij het vorig jaar onder de ogen van de Indonesische president Yudhoyono waagden de RMS-vlag te ontrollen. Correspondente Step Vaassen lukte het een filmverslag te maken van een gesprek van de zwaar mishandelde leider Yoyo Teterissa, die aanvankelijk levenslang kreeg, met zijn advocaat. Een van de forumleden vertelde dat de NOS geen interesse had, in tegenstelling tot de Arabische omroep al-Jazeera, waarvoor Vaassen ook werkt.
Een van de deelnemers aan het debat, SP-kamerlid Harry van Bommel, deed een poging het verschijnsel te verklaren. Hij zei dat ons koloniale verleden ons juist in negatieve zin parten speelt. Wij voelen ons verantwoordelijk voor de integriteit, de onschendbaarheid van Indonesië omdat wijzelf de soevereiniteit hebben overgedragen. Nederlanders willen niet de indruk wekken een afscheidingsbeweging te steunen en sluiten daarom hun ogen voor mensenrechtenschendingen in de Molukken en Papoea.
Opmerkelijk!
In genoemd onderzoek wordt ten aanzien van Portugese kranten geconstateerd dat zij juist onevenredig véél aandacht besteden aan ontwikkelingen in Oost-Timor. Dat valt alleen maar te verklaren uit het feit dat het gebied eens kolonie van Portugal was. En wat te zeggen van de massale Britse publiciteit voor het drama in Zimbabwe, dat voorheen Brits Rhodesië was? Engelse journalisten trekken zich niets aan van Mugabe's beschuldiging dat zij zich neo-kolonialistisch gedragen.
Noodzakelijke selectie
Een van de beroemdste motto's uit de journalistiek luidt: ' All the news that's fit to print; facts are sacred, but comment is free ', wat betekent dat een krant belooft al het nieuws te selecteren dat waard is af te drukken, feiten heilig te achten, maar daarop wel eigen commentaar te zullen geven. Daaruit valt een streven op te maken naar volledigheid en objectiviteit.
Natuurlijk betekent volledigheid hier allerminst dat niet voortdurend moet worden gekozen. Van al het nieuws dat wereldwijd door internationale persbureaus wordt doorgegeven, kan waarschijnlijk maar één procent in een landelijk dagblad worden afgedrukt. Volledigheid doelt hier eerder op het streven objectief, dat wil zeggen eerlijk te selecteren op nieuws dat waard is te worden gepubliceerd.
Maar is wat op de Molukken en Papoea gebeurt dan niet waard aan het publiek te worden doorgegeven? Dat kan niet waar zijn. Mensenrechtenorganisaties melden dat op Ambon bijna negentig politieke gevangenen worden vastgehouden, er van onafhankelijke rechtspraak geen sprake is en mishandeling aan de orde van de dag.
Op Papoea zijn de omstandigheden nog dramatischer. Het Indonesische beleid heeft de Papoea's naar de marge van hun eigen samenleving gedrongen. De schattingen over het aantal doden sinds 1969 - de vervalste daad van vrije keuze - door militair geweld en wanbeleid lopen uiteen, maar zijn zonder uitzondering hoog.
Is toegankelijkheid tot nieuwsbronnen misschien het probleem?
Voor media is Papoea inderdaad officieel gesloten gebied. Maar dat is Zimbabwe ook, terwijl journalisten daar vindingrijk genoeg zijn om de wereld toch op de hoogte te houden. Bovendien publiceren mensenrechtenorganisaties geregeld gedetailleerd over allerlei ontwikkelingen bij de in Nederland grotendeels vergeten Papoea's. Zo is het maandrapport van het in Washington gevestigde West Papua Advocacy Team steeds uitstekend gedocumenteerd.
Poortwachters
Maar als er dan wel voldoende informatie is, waarom blijft er dan zoveel hangen in het filter van de zogeheten gatekeepers , de journalistieke poortwachters? Waarom laten journalisten het ene bericht wel en het andere niet in hun prullenmand verdwijnen? Waardoor laten de media, die 'de ogen en oren van de wereld' zijn, hun keuze bepalen?
Zowel externe als interne invloeden spelen een rol. Er kan sprake zijn van druk van buitenaf. Bevriende politici en anderen kunnen zich telefonisch bij de hoofdredactie melden met onvrede over de berichtgeving over ,,wat toch separatisten zijn''. De directie kan laten merken dat het op Indonesië gerichte bedrijfsleven - advertenties! - allerminst gelukkig is met de koers van de krant.
Journalist
En wat de interne factoren betreft, in hoeverre beïnvloedt de persoonlijkheid van de journalist de manier waarop hij nieuws selecteert? Is hij sensatiegericht? Heeft hij ook oog voor het belang van processen? Ligt zijn interesse in de sfeer van politieke machtsverhoudingen of ziet hij ook de mens erachter? Welk beeld heeft hij van de verwachtingen van zijn lezers? Alleen het ontwikkelen van een redactionele visie kan een al te individuele benadering voorkomen.
Het raadsel van de blinde vlek voor Papoea en de Molukken blijft vooralsnog onopgelost. Dat is spijtig, omdat het zwijgen zo schrijnend is.
Ned.Dagblad 10-07-08