door onze redacteur Peter Sneep
Nijverdaller Jan Ebeltjes organiseert met 'zijn' stichting Christelijke Hulp Oost-Europa vakanties voor kinderen uit Oekraïne. Vorige week kwam weer een nieuwe groep aan. Hij verwerpt het idee dat zulke vakanties slecht zouden zijn voor de kinderen. Ze zouden zich te veel hechten en te veel aan welvaart wennen. ,,Dat zijn de problemen van Nederlanders, niet van de kinderen.''
NIJVERDAL - Kinderen uit arme Oost-Europese landen naar Nederland halen is omstreden. Jan Ebeltjes (46) uit Nijverdal weet er alles van. Kun je het kinderen wel aandoen ze hier wekenlang luxe en welvaart te laten zien en ze dan weer terug te sturen naar hun land? Kunnen ze nog wel aarden in hun eigen land? En als ze weer teruggaan, zijn ze dan niet veel te veel gebonden aan hun gastouders? ,,We hebben een erg goed contact met Vasyl Koba, de directeur van een internaat in de Oekraïense plaats Perechyn. Hij zegt over zulke vragen: die luxe en weelde is niet ons probleem, dat is jullie probleem. Jullie hechten je te veel aan de kinderen, dat is niet de schuld van de kinderen.''
Ebeltjes, die voor zijn werk veel contacten heeft in Oekraïne, is het hartgrondig met hem eens. ,,Psychologen van de universiteit van Leiden hebben onderzoek gedaan naar deze kinderen. Zij ontdekten dat het ongeveer drie weken duurt voordat een Oost-Europees kind hier gewend is. Daarna kunnen ze hier acht weken genieten. In Oekraïne weten ze ook wel dat kinderen in internaten het slecht hebben. Ze krijgen er niet voor niets drie maanden zomervakantie en worden in die periode ondergebracht in sanatoria en zomerkampen.''
Al tien jaar regelt Jan Ebeltjes vakanties voor kinderen uit Oekraïne, via de door hem opgerichte stichting Christelijke Hulp Oost-Europa (CHOE). Vorig weekend heeft hij, samen met een aantal medewerkers van CHOE, weer een nieuwe groep opgehaald. De kinderen blijven de hele zomer bij gastgezinnen in en rond Nijverdal, Dalfsen en Kampen. ,,Op verzoek van directeur Koba namen we in 1999 een proef met zes kinderen, die drie maanden lang werden ondergebracht bij mensen die ik kende. Dat ging goed. Na terugkeer in het internaat bleek dat de kinderen rustiger waren en zich evenwichtiger gedroegen.''
Het jaar erna liet de stichting 21 kinderen komen. Door het succes van de zomer ervoor waren er meer gastouders beschikbaar. Maar het werd niet zo'n succes als hij verwachtte. ,,We besloten zelf welke kinderen uit het internaat naar Nederland mochten komen, bijvoorbeeld zigeunerkinderen, want die maken het grootste deel van de bevolking van het internaat uit. Er waren veel problemen. Een aantal kinderen gedroeg zich slecht en veel kinderen pasten zich niet aan de situatie in Nederland aan.'' Directeur Koba van het internaat kiest de kinderen sinds 2001 uit. ,,Niet elk kind is geschikt om een vakantie in Nederland door te brengen. Hij kent de kinderen en weet wie hij moet kiezen.''
Hechting
Van hechtingsproblemen wil Ebeltjes niet weten. ,,Dat hebben we van Koba geleerd. Hechtingsproblemen ontstaan aan de Nederlandse kant, als gastouders de kinderen uit Oekraïne als hun eigen kinderen gaan beschouwen. Je moet hen niet willen bijopvoeden. Het is een illusie te denken dat zoiets kan. Veel internaatkinderen kunnen zich niet eens binden. En daarbij: ze weten dat ze weer teruggaan naar hun eigen land. Dat is hun thuis en dat ervaren ze ook zo. Ze vinden het erg prettig om te ervaren dat er in Nederland mensen zijn die om hen geven, maar ze vinden het niet erg om weer naar huis te gaan. Natuurlijk is afscheid nemen moeilijk en kunnen er aan beide kanten tranen vloeien. Maar dat is nog geen hechtingsprobleem - althans, niet bij de kinderen.''
Een hoogst enkele keer komt het voor dat kinderen zelf niet kunnen wennen bij gastouders. ,,Dat is een keer gebeurd met twee meisjes. Die hebben we daarom na drie weken weer naar huis gebracht. Het gaat om het kind. Het kind heeft vakantie. En als die vakantie niet leuk is, mag het weer naar huis. Op enkele uitzonderingen na is het altijd top.'' Ebeltjes kan er dan ook niet goed tegen dat mensen of organisaties zeggen dat het slecht is om kinderen uit Oekraïne naar Nederland te halen. ,,Om duidelijkheid te krijgen, is er een wetenschappelijk onderzoek opgezet naar deze kinderen. Natasja Dobrova van de universiteit van Leiden doet onderzoek naar tehuizen, internaten en de ontwikkeling van de kinderen in Oekraïne. Ze ontdekte bijvoorbeeld dat de kinderen die een vakantie in Nederland doorbrachten, groeien als kool. Sommigen krijgen er elf kilo bij in drie maanden.
Gemis ervaren
Het blijkt ook dat kinderen het in Nederland erg naar hun zin hebben en er veel leren. ,,Kinderen zeggen op latere leeftijd, op het moment als ze een relatie aangaan en kinderen krijgen: 'Ik wil het net zo doen als in Nederland'. Ouderliefde kennen ze niet. Het zijn kinderen die verstoten zijn door hun ouders, omdat er geen geld is om ze op te voeden. Of ze hebben geen ouders meer. Als ze dan in Nederland ontdekken wat ouderliefde is, is dat grote winst'', zegt Ebeltjes.
,,Ouderliefde die je vindt binnen een gezin, kun je daar niet heenbrengen. Bijbels en computers wel. Iets van die ouderliefde ontdekken de kinderen in Nederland. Ik zie wel eens kinderen huilen als ze weer terug zijn in hun tehuis en ik heb Koba wel eens gevraagd of dit geen nadelige gevolgen voor de kinderen zou kunnen hebben. Hij zei: 'Het is de eerste keer in hun leven dat de kinderen gemis ervaren. Neem maar van mij aan dat dit voor hen een goede ervaring is'.''
Die bijbels zitten Ebeltjes dwars. ,,Er zijn vooral in Nederland kerkgenootschappen die naar Oekraïne en andere voormalige Oostbloklanden gaan en zeggen: 'geloof wat ik geloof en het komt allemaal in orde'. Daar word ik knettergek van. Je kunt daar wel bijbels heenbrengen, maar stenen in brood veranderen, lukt dat ook met bijbels? Koba liet me jaren geleden op de zolder van het internaat een lokaal vol bijbels zien. Ze zijn er door idealisten heengebracht, maar ze werden niet gebruikt. Opgelegde hulp noem ik dat. Wij zijn van mening dat men om bijbels verlegen zit en vervolgens rijden we met kofferbakken vol bijbels die kant op. Is het niet beter eerst eens de behoefte te peilen?'' De mensen, en dus ook de kinderen in Oekraïne zijn goed op de hoogte met westerse welvaart, ze weten wat ze willen. ,,Oude computers waarmee je niet kunt internetten, willen ze echt niet hebben, oude kleding evenmin. Onlangs hebben we voor een relatief gering bedrag een kledingzaak leeggekocht en vijftienhonderd nieuwe spijkerbroeken daar naartoe gebracht. Daar hebben ze meer aan.''
Hetzelfde geldt voor het christelijk geloof, daarover vertelt hij alleen als hem daarnaar wordt gevraagd. Binnen het internaat is vorig jaar door CHOE een godsdienstonderwijzer aangesteld. Koba had er om gevraagd.
CHOE organiseert zelf ook hulptransporten naar Oost-Europa, maar let er goed op dat er alleen spullen op transport gaan die nodig zijn. Computers, sanitair, (nieuwe) kleding, school- en kantoormeubilair vormen de belangrijkste ingrediënten in de hulptransporten van CHOE. Want je moet niet zomaar in Nederland een vrachtwagen volpakken met etenswaar, zonder dat je weet of ze dat in het land van bestemming wel lusten, is Ebeltjes ervaring. ,,Wat in Nederland over de houdbaarheidsdatum is, is daar net zo goed over de houdbaarheidsdatum, terwijl veel mensen in Nederland denken dat het daar nog wel kan. In 1996 legden we het eerste contact met Koba. De kinderen leden honger in het internaat, de verwarming deed het niet, de situatie was ronduit erbarmelijk. Toch zat Koba niet op onze hulp te wachten.''
'Hulporganisaties zadelen ons op met problemen', zei Koba, 'Veel kleding en voedsel heb ik moeten verbranden omdat het te oud en te vies is.' ,,Een voorbeeld: hulpverleners deelden onder de kinderen doosjes Nivea uit en sommigen dachten dat het met suiker erbij wel eetbaar was. Het punt is dat wij in Nederland vaak precies denken te weten hoe het in Oekraïne allemaal moet. Er wordt veel te weinig geluisterd naar wat de mensen in Oekraïne zelf willen.''
Voorbeelden weet hij genoeg. Mensen in Nederland ruimen hun zolder op en geven weg wat ze zelf niet meer nodig hebben. ,,Zo moet het niet'', benadrukt Jan Ebeltjes. ,,Er zijn meer sinterklazen dan hulpverleners. Kinderen en personeel in tehuizen ergeren zich wanneer er mensen uit vooral Nederland op bezoek komen. Ze weten precies wat de bezoekers komen doen: foto's maken van misstanden, zoals de in hun ogen vieze wc's. Als die kinderen in Nederland komen, lachen zij juist om de toiletten in Nederland. 'Moet je hier eten?', vragen ze dan. Zij vinden het logisch dat toiletten vies zijn. Daar zijn ze toch voor?''
Gastouders
Dit jaar was het moeilijk om aan gastouders te komen, zegt Ebeltjes ,,Een aantal gezinnen heeft het vier jaar lang gedaan. Ik kan me voorstellen dat zij zeggen: nu even niet. Het is ook heel wat om drie maanden een kind dat niet van jezelf is, in huis te hebben en te laten meedraaien met je eigen gezin. Uiteindelijk is het toch gelukt om alle kinderen ergens onder te brengen.''
Gastouder word je niet zomaar. Wie een Oekraïens kind in huis wil hebben, moet naar een informatieavond en krijgt een intakegesprek. CHOE beschikt over een Vakantie Werkgroep die tijdens de zomermaanden de gastouders en kinderen begeleidt. De stichting CHOE wil van de gastouders een officiële verklaring omtrent gedrag. ,,Je moet goed beseffen: het zijn geen gewone kinderen die de gastouders in huis krijgen'', benadrukt Ebeltjes. ,,Ze hebben allemaal problemen. Drie procent is echt wees, de rest komt uit probleemgezinnen. Ze hebben een vader die hun moeder heeft vermoord, ze zijn thuis mishandeld of zijn incestslachtoffer. Ze weten niet wat liefde is. Gevolg daarvan is dat ze, als ze achttien zijn met elkaar in bed duiken en een kind krijgen, dat dan weer in een tehuis belandt. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat kinderen na hun achttiende niet in de criminaliteit of in de prostitutie belanden. In 2004 heeft CHOE een Studentplan voor hen opgezet, zodat er geld is om hun schoolopleiding te kunnen vervolgen. De eersten daarvan zijn ondertussen afgestudeerd. Het valt op dat vooral de kinderen die in Nederland zijn geweest, het lukt om op die manier school af te maken.''
Alle kinderen die vorige week naar Nederland zijn gekomen, spreken binnen een paar weken Nederlands, weet Ebeltjes. ,,Als ze er net zijn, communiceren ze met gebarentaal, maar je staat er versteld van hoe snel deze kinderen Nederlands spreken als ze dat in hun gastgezin horen.'' Eind augustus organiseert hij de jaarlijkse afscheidsavond in theater ZiNin in Nijverdal. Ebeltjes heeft ook een audiobedrijfje en is handig met orgel en piano. Meestal neemt hij ook een cd met de Oekraïense kinderen op, die tijdens de afscheidsavond wordt gepresenteerd. Ebeltjes: ,,In de tijd dat ze hier zijn, worden het dus ook nog artiesten. Dat hadden ze nooit van zichzelf gedacht.''
Meer informatie over stichting CHOE is te vinden op www.choe.nl
Ned.Dagblad 09-06-08