Staphorst: dichtbij en toch ver weg
door onze redacteur Aaldert van Soest
De documentaire Staphorst in Tegenlicht, over geloof en politiek in het dorp, trekt volle zalen en wordt morgen uitgezonden op tien regionale zenders. ,,Staphorst is dichtbij en toch zo ver weg. Dat intrigeert mensen.'' Maar in Staphorst zelf blijft het volgens de documentairemaker oorverdovend stil.
STAPHORST - Toen het filmtheater Fraterhuis in Zwolle besloot de documentaire Staphorst in Tegenlicht te draaien, was de film in drie uur tijd uitverkocht, meldt documentairemaker Emile van Rouveroy van Nieuwaal. Er volgden nog acht uitzendingen, gevolgd door een discussie met de documentairemaker. Ook deze waren uitverkocht. Na het Fraterhuis besloot ook de bioscoop Luxor in Hoogeveen de film te tonen en morgen wordt de documentaire uitgezonden op tien regionale omroepen in Nederland. Op Tweede Paasdag volgt de Vlaamse zender Canvas en later dit jaar zendt de IKON de documentaire uit.
Van Rouveroy, emeritus hoogleraar rechtsantropologie, is verrast door de populariteit van zijn film. Uit de gesprekken die hij voert met kijkers komen twee redenen voor de populariteit van de film naar voren. ,,Als eerste is Staphorst dichtbij, maar toch ver weg als het gaat om de opvattingen en levenswijze van de dorpelingen. Als tweede zoeken mensen houvast in hun bestaan en vragen ze zich af of de hechte gemeenschap van Staphorst hen die kan aanreiken.''
In de film onderzoekt Van Rouveroy de verwevenheid van kerk en politiek in Staphorst. Vier jaar lang bivakkeerde hij in het dorp. Een hoofdrol in de film is weggelegd voor ds. Tj. de Jong, predikant van de Hersteld Hervormde Kerk, met stip de grootste kerkelijke gemeenschap in het dorp. De Jong is tevens voorzitter van de plaatselijke SGP. In de film is te horen hoe de predikant zijn kerkgangers oproept te gaan stemmen, maar ook zijn fragmenten van zijn preken te horen waarin de hel ter sprake komt. Daarnaast komen verschillende politici, voornamelijk van de SGP, aan het woord en spreekt Van Rouveroy veel met Hilligje Kok en haar gezin.
Hoewel de zalen vol zitten, blijft het in Staphorst zelf ,,oorverdovend stil'', zegt Van Rouveroy. ,,Ik vind het jammer dat er geen open discussie over gevoerd wordt. Voor een belangrijk deel komt dit doordat ds. De Jong de documentaire afwijst en hem zelf ook niet wil zien. Veel kerkgangers volgen hem daarin. Misschien bekijken ze de documentaire wel ergens, maar in het dorp wordt het doodgezwegen.''
De Jong bevestigt dat hij de documentaire niet heeft gezien en ook niet zal bekijken. ,,Wij hebben geen belangstelling voor dit soort zaken en voorzover ik kan overzien geldt dat ook voor veel van mijn kerkgangers.'' De Jong deelt verder mee dat hij en andere SGP'ers besloten hebben niet op de inhoud van de film te reageren. Er verschijnen volgens hem wel vaker boeken, films of artikelen waarin bevooroordeeld over Staphorst gesproken wordt. En hoewel hij de documentaire zelf niet gezien heeft, weet hij genoeg om vast te stellen dat daarvan ook hier sprake is.
Dat er buiten Staphorst zoveel belangstelling is voor de film verbaast De Jong overigens niet. ,,Er is sprake van een algemene sensatie. Mensen bevredigen zichzelf door te kijken naar een gemeenschap die niet aan de algemeen heersende normen voldoet. Dat leeft landelijk.''
Met de Staphorster principes is niets mis, zegt Van Rouveroy. ,,De geslotenheid van die cultuur geeft ook geborgenheid, maar dissidenten voelen zich er erg ongelukkig bij. En een buitenstaander komt er eigenlijk nooit helemaal in. Ik vind het heel jammer dat er voor mij niet meer deuren zijn opengegaan in al die jaren. Dan had ik een veel scherper beeld kunnen geven van de opvattingen en levenswijze van die mensen, ook van de mooie kanten daarvan.''
Henk Korterink, voorzitter van de ChristenUnie in Staphorst, denkt dat de documentaire wel degelijk massaal bekeken is door de inwoners van Staphorst. Ook de leden van de Hersteld Hervormde Kerk hebben daarvoor wel de mogelijkheden, meent hij. Volgens hem geeft de documentaire echter geen representatief beeld van het dorp. ,,Het gaat om een specifiek deel van het dorp, namelijk de SGP-achterban. Dat is wel een aanzienlijk deel van de bevolking, maar het vertelt natuurlijk niet het verhaal van het hele dorp. Wat ik jammer vind, is dat er nooit een film of boek verschijnt, waarin het moderne ondernemerschap in Staphorst naar voren komt. Denk bijvoorbeeld aan het proces van ruilverkaveling op de boerderijen. Nu blijft de beeldvorming over het dorp eenzijdig.''
Staphorst in Tegenlicht, zondag 12.00 op tien regionale omroepen.
Ned.Dagblad 15-03-08
door Theo Boer
Als Geert Wilders in zijn film Fitna God zelf, de Koran of de profeet Mohammed aanpakt, mag de overheid van Theo Boer het verbod op godslastering weer eens van stal halen: het bewust beledigen van centrale religieuze beelden met het doel om te shockeren.
Nederland is al enige tijd in de ban van een film die nog niet is verschenen. Dat niemand hem nog heeft gezien maakt de situatie er niet beter op. De oproep van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken om de film niet uit te brengen, was wellicht prematuur, maar tegelijk ook een welkom signaal dat de overheid zich onder de gegeven omstandigheden van haar taak als beperker van de chaos bewust is.
Ethiek en recht kennen vanouds twee functies: mensen in staat te stellen om een goed leven op te bouwen én voorkomen dat het bestaan uitdraait op een oorlog van allen tegen allen. Dat laatste bedoelde Bertold Brecht met 'Zuerst das Fressen, dann die Moral'. Eerst moeten er voedsel, veiligheid en vrede zijn, moeten de kalasjnikovs opgeborgen en de bruggen hersteld zijn, en pas daarna kun je gaan denken aan leuke dingen. Er zijn in elke samenleving en elke tijd momenten waarop het denken aan 'het goede leven' ruimte moet maken voor de preventie van de chaos. Helaas behoort het voorjaar van 2008 tot die momenten.
Wat is er aan de hand? Stel, naast mij woont een gezin dat bekend staat als asociaal. Op een dag bel ik bij ze aan en roep naar binnen dat de buurvrouw een asociale hoer is. Natuurlijk laat de buurman dat niet over zijn kant gaan. Hij rent naar buiten en slaat me tegen de grond. Ik bel de krant: 'Zie je wel? Mijn buurman is asociaal. Kom kijken en neem de fotograaf mee! Morgen om tien uur zal ik hem opnieuw vertellen hoe ik over zijn vrouw denk, en dit keer gebruik ik een megafoon.' Als iemand opmerkt dat ik opnieuw kans loop op een klap, word ik nog strijdlustiger en trommel een paar vrienden op. 'Wilt u soms dat ik capituleer? Laat de politie mij liever goed beveiligen, want ik ben bang dat u morgen zult zien wat een rotzakken die buren zijn!'
Roepen dat de islam achterlijk is, dat Mohammed een tiran was en de Koran erger is dan Mein Kampf , en dat met gebruikmaking van het in de islam omstreden beeldmedium, is niets anders dan een asociaal gezin met een megafoon voor hoeren en pooiers uitschelden. Normaal gesproken worden in zo'n crisissituatie niet alleen de asociale buren in de gaten gehouden, maar krijgt ook de schreeuwlelijk beperkingen opgelegd.
Maar wat te doen als die nu uitgerekend zélf bij de politie hoort en er niemand is die hem tot de orde roept? Dat dreigt nu in Nederland het geval te worden. Als politicus, vertegenwoordiger van het volk, betaald door de staat én lid van het hoogste controlerende orgaan dat Nederland rijk is, is Wilders méér dan alleen een scheldende buurman. Hij houdt óók toezicht op de agenten die de orde moeten bewaren en scheldt ze uit. De politicus is verworden tot een straatvechter die zich noch om het goede leven bekommert, noch de chaos wenst te beteugelen.
Eer
Let wel: er is niets mis mee om te klagen over het gewelddadige karakter van moslims die extremistisch zijn, en om je op te winden over het zwijgen van veel van hun geloofsgenoten. Laat de wereld maar een film zien met beelden van gewelddadige acties van moslims. Laat mensen zien wat er niet deugt. Maar dat is niet waar het om gaat. Waar men in de moslimwereld bang voor is - waar sommigen wellicht op hopen -, en waar ook Nederlanders hun hart voor vasthouden, is dat de film fragmenten zal bevatten waarin de Koran en de profeet Mohammed op de meest profane wijze, en dat ook nog visueel, door het slijk zullen worden gehaald.
Gezien eerdere uitlatingen van Wilders over de islam, gezien zijn gebrek aan respect voor eer, gezag en tradities, en gezien het feit dat de film een vervolg wil zijn op Submission van Hirsi Ali en Theo van Gogh, valt niet uit te sluiten dat Wilders de profeet in beeld zal brengen, daar bovendien nog beledigingen bij zal laten horen of tonen, of delen van de Koran zal verscheuren.
Laat hij afblijven van andermans eer. Laat hij zich beperken tot een morele veroordeling van het gedrag van moslims die over lijken gaan, vrouwen onderdrukken of de vrijheid van meningsuiting met voeten treden.
Indien hij God zelf, de Koran of de profeet Mohammed zal aanpakken, mag de overheid wat mij betreft het verbod op godslastering (morgen in de Tweede Kamer opnieuw onderwerp van debat) weer eens van stal halen: het bewust beledigen van centrale religieuze beelden met het doel om te shockeren. Een oproep om zich van zijn verantwoordelijkheid bewust te zijn, heeft Wilders met een sms'je ondubbelzinnig naast zich neergelegd. De Nederlandse regering zou een daad stellen, internationaal zowel als nationaal, wanneer zij het de brallende man zou verbieden met een megafoon zijn buurvrouw voor vuile hoer uit te maken.
Is dat geen capitulatie? Laten we beseffen dat in dit geval het welbewust beledigen van de meest sacrale kern van een godsdienst ontegenzeglijk óók een vorm van dwingend en provocatief geweld is. Daar niets tegen ondernemen, is ook een vorm van capitulatie. En waar er twee strijden, moet de overheid ze koelbloedig uit elkaar trekken.
Dr. Theo A. Boer is universitair docent ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit Utrecht.
Ned.Dagblad 12-03-08