Wij hebben de inkt, Talibaan hebben de rest
Als Uruzgan een vel papier is, zitten er drie klodders inkt op. Alleen daar is het veilig.
Door Jaus Müller
Tarin Kowt, 14 juli. De eerste kilometers op weg naar voorpost Tabar in Uruzgan gaan door de vinexwijk van Tarin Kowt. Zo noemen militairen de nieuwbouw. Het stadje is in vier jaar tijd veiliger geworden. Dat leidde tot bouwdrift onder de inwoners. De lemen huizen grenzen nu aan de bunkermuren van het kamp.
Invloedgebieden in Afghanistan
In de berm van het pas aangelegde asfalt staan stalletjes met watermeloenen. Dan gaan de militairen linksaf, de opgedroogde rivier over, naar het noorden, langs een politiepost. De voertuigen rijden langs Kotwal, waar 700 kinderen naar een school gaan. Bij de heuvels ligt Seyedan, het dorpje waarvan de inwoners claimen direct van de profeet Mohammed af te stammen. Iedereen in de buurt gelooft dat, ook de Talibaan, waardoor zij met rust worden gelaten.
Er volgt nog een gemotoriseerde waterpomp. En dan houdt het op.
De weg is nu een hobbelig zandpad. Waar de berm eindigt, begint een dorre vlakte met dorpjes van dertig of vijftig huizen. Dit is west-Dohrashan. Waar Tarin Kowt heeft weten te profiteren van vier jaar Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan, is er in dit gebied weinig terechtgekomen van wederopbouw. Belangrijke lokale leiders zijn gevlucht, er is bijna niemand om zaken mee te doen. De oorzaak van de droogte ligt stroomopwaarts, waar rivaliserende stammen het water aftappen. De hele vallei bestaat uit dertien dorpjes, die het over alles oneens zijn.
Wachtpost
De Talibaan zijn in dit machtsvacuüm gesprongen. Vanuit een wachtpost op de voorpost Tabar, die binnenkort wordt overgenomen door de Amerikanen, is de situatie goed te overzien. Kamp Holland ligt tien kilometer verderop. Een paar kilometer naar een andere windrichting ligt Kakarak, „home of the Talibaan”, zoals majoor Dennis het uitdrukt.
Ze zetten dorpelingen het mes op de keel als ze de strijd verliezen
Majoor RobWat laat Nederland achter in Uruzgan als de militairen op 1 augustus beginnen met terugtrekken? De bevolkingscentra zijn in vier jaar tijd min of meer van Talibaan gevrijwaard. Middels de 'inktvlekstrategie' is de invloedssfeer van de militairen en de Afghaanse overheid vanuit deze kernen uitgebreid. Als Uruzgan een vel papier is, dan zitten er drie klodders inkt op: Tarin Kowt, Deh Rawood en Chora.
Maar het papier tussen de vlekken is wit. Voorpost Tabar, in 2008 gebouwd om de Talibaan op te sporen die vanuit de omgeving raketten afvuurden op Kamp Holland, ligt in zo'n wit deel. „In sommige delen zitten we nog in de beginfase”, zegt kapitein Sebastiaan, om veiligheidsredenen met voornaam aangeduid.
Tabar
Waar op andere plekken grotere infrastructurele projecten worden uitgevoerd, zijn de militairen rond Tabar vooral bezig met wapens zoeken en het vertrouwen winnen van de bevolking. Pas vorig jaar is de inktvlek groter geworden, zegt majoor Dennis. „Daarvoor zag je eigenlijk alleen maar krassen om de al bestaande inktvlek zwarter te maken.”
Toch is het na vier jaar nergens echt veilig: twee kilometer buiten Tabar, in Khorma, raakten militairen onlangs nog in gevecht met de Talibaan. De bevolking zag het aankomen, en keek toe. Maar ook voor een kort bezoek aan Tarin Kowt, de moeder der inktvlekken, moeten militairen met zware pantserwagens op pad.
„Het gaat op en neer”, zegt majoor der mariniers Rob. „Ruim een maand geleden zat alles nog mee in West-Dohrashan. We hadden op twaalf plekken wapens gevonden. Australiërs hadden key leaders van de Talibaan opgepakt. Maar zodra ze het initiatief verliezen, gaan ze 's nachts de dorpen in om de bevolking het mes op de keel te zetten. Dan zijn wij het contact met dorpelingen weer kwijt.”
Pakistan
De bron van de terreur ligt niet in Uruzgan, maar over de grens, in Pakistan. „Uit Kakarak krijgen de Talibaanleiders rechtstreekse opdrachten uit Quetta”, zegt majoor Dennis. Quetta, in Pakistan, geldt als de hoofdstad van de Talibaan. Naar deze stad gaan strijders die gewond raken in Uruzgan. Als de wonden zijn geheeld keren ze weer terug.
Wegjagen van de Talibaan is waar het allemaal mee begon, een maand na 11 september 2001, toen het Amerikaanse leger Afghanistan binnentrok. De Talibaan zijn sindsdien hun officiële regeringszetel kwijt. Maar weg zijn ze niet. Vooral in het noorden van Uruzgan, waar alleen wat Amerikaanse Special Forces zitten, hebben de Talibaan veel invloed.
Na vier jaar is er een status quo: de ISAF-militairen hebben de inktvlekken, de Talibaan de minder dichtbevolkte buitengebieden. „Dit evenwicht werd mede in stand gehouden doordat de Talibaan konden rekenen op voldoende steun van, of in ieder geval acceptatie door, delen van de bevolking in Zuid-Afghanistan”, schrijft de Nederlandse Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst in het meest recente jaarverslag.
'Losweken'
Juist deze bevolking moet worden 'losgeweekt' van de Talibaan. De wederopbouwprojecten moeten ten dienste staan van de veiligheid, aldus de strategie. Zo moeten bruggen en scholen de Afghanen ervan overtuigen dat niet de Talibaan maar de overheid en de NAVO de beste keuze zijn. In Kakarak lijkt dat zendingswerk haast onmogelijk: sinds de Amerikanen er in 2002 een bruiloft bombardeerden – circa 60 burgers werden gedood – is de stemming negatief.
Hulppakket bevroren
De Europese Unie schort een hulppakket voor Afghanistan ter waarde van 600 miljoen euro voor onbepaalde tijd op. Dat heeft de speciale EU-gezant voor Afghanistan gisteren bekendgemaakt.
De hulp wordt in ieder geval bevroren tot na de Afghanistantop later deze maand in Kabul. De EU wil eerst zien waar de prioriteiten van de Afghaanse regering liggen, voordat zij een besluit over het hulpprogramma neemt..Samenwerken met de buitenlandse militairen staat hier gelijk aan zelfmoord. Het is wel geprobeerd. Vorig jaar nog door een lokale aannemer. „Een paar dagen na het eerste contact hing -ie aan een strop. Met dollarbiljetten in zijn mond”, zegt majoor der mariniers Rob. Sindsdien is er slechts één lokale leider, genaamd Assadullah, die zaken durft te doen. Maar hij woont in de buurt van het veilige Seyedan en strijdt met zijn privémilitie tegen de Talibaan. Zo komt het dat in deze kant van de rivier voor 50.000 euro aan wederopbouw is besteed, tegen 1 miljoen euro aan de overkant.
Hoe de Amerikaanse militairen zullen omgaan met de Nederlandse erfenis is nog onbekend. Plannen worden nog gemaakt. Delen van Uruzgan, zoals Chora, zijn al overgedragen aan Australië, het andere partnerland. Zo ook het veiligheidscentrum in Tarin Kowt. Hier houden de Afghaanse veiligheidsdiensten de situatie in de provincie in de gaten.
Centraal gezag
Bedoeling is dat ooit het centrale gezag in Uruzgan het van de NAVO overneemt, zegt de Australische majoor Adrian. In dit centrum, waar veertig Afghaanse officieren werken, worden de eerste stappen gezet. „De winst zit hem er vooral in dat de politie en het leger niet meer op elkaar schieten, dat ze van elkaar weten wat ze aan het doen zijn in de provincie”, zegt majoor Adrian.
Toch is dit niet dé plek waaruit de Talibaan worden bestreden. Voor veiligheid wenden burgers zich vaker tot hun lokale leiders dan tot de Afghaanse overheid. Maar, zegt Adrian, de infrastructuur ligt er. Als burgers last hebben van de Talibaan, kunnen ze bellen naar dit overheidscentrum.
De vier telefoons rinkelen die ochtend niet. Majoor Adrian: „Toch gebeurt dat zo'n 15 keer per dag. Eens in de twee dagen komt er een nuttig telefoontje binnen. Dan vinden burgers bijvoorbeeld een bermbom. Voor de rest zijn het veel mensen die denken dat ze met het radiostation zijn verbonden. Ze bellen om Michael Jackson aan te vragen.”
En de rest van de telefoontjes? „Bedreigingen van de Talibaan. Om het telefoonsysteem te ontwrichten.”
NRC 15-07-10