door Dr. Ad de Bruijne
Staat het woordje 'moeten' nog in het christelijke woordenboek? Soms zou je denken van niet. 'Wij moeten niet, wij mogen ', galmt mijn geheugen. Christelijke voorgangers prijzen met dergelijke zinnetjes het christelijke leven aan.
Goed doen of kwaad vermijden is geen nare plicht, maar een voorrecht. Toch bevat zo'n vriendelijke formulering vaak des te meer dwang. Het is een uitspraak uit het genre 'papa is niet boos , maar wel verdrietig '. Verhullend en daardoor manipulatief. Eerlijker en gezonder is het om gewoon te zeggen dat je boos bent en dat ook te laten merken. Zo is het ook eerlijker en gezonder om gewoon te zeggen dat goed doen moet . Kwaad nalaten trouwens ook.
In de samenleving keert de wal van de chaos inmiddels het schip van de vrijheid. Men roept weer om regels en grenzen. Intussen blijven orthodoxe christenen twintig jaar achterlopen, zeker de middelbaren onder hen die met hun verleden in de clinch liggen. Zij ontwikkelen juist een levensgrote allergie voor alles wat 'moet'. De één rekent af met een plichtethiek, waarin geboden en verboden van God centraal staan. Geen plicht of gebod, maar deugd en levenskunst! De ander betoogt dat ons niet wordt voorgeschreven hoe je moet leven. Dat mag je in elke situatie zelf biddend uitvinden. Een derde beweert: wij hoeven niets, alleen maar te geloven.
Andere ijver
Deze allergie voor 'moeten' uit zich onder meer rond de Tien geboden. Al jarenlang produceren voorgangers eigen versies van de wet van God voor in de kerkdienst. Prima, wat mij betreft. Waarom zou je de wil van God niet nieuwtestamentisch en eigentijds mogen verwoorden? Maar door deze mooie ambitie heen dwaalt een andere ijver. Veel van die eigentijdse versies wrijven het 'moeten' weg. Niet meer 'gij zult', dat is: 'jij moet'. In plaats daarvan wollige woorden die het 'moeten' verzachten. Termen als 'wet' of 'gebod' worden omzeild. Op zijn best gaat het over 'leefregels', maar ik stuitte ook al op 'adviezen', 'suggesties' of 'hints'.
Nobele motieven
Ik besef heus wel dat hier nobele motieven in meespelen. Christenen denken steeds weer dat ze goed moeten doen om Gods liefde te verdienen. Met het schrappen van het woordje 'moeten' proberen we dat gevaar te bestrijden. Christenen gaan soms ook gebukt onder een gevoel van dwang, psychisch of in de geloofsbeleving. Via het afscheid van 'moeten' willen we de echte christelijke vrijheid hervinden. Ook leeft soms de simplistische gedachte dat je elke ethische vraag kunt beantwoorden vanuit een goddelijk gebod, dat zegt wat je moet. Met 'moeten' tussen haakjes creëren we zicht op meer factoren in de navolging van Christus. Verder voorkom je met het vermijden van 'moeten' misschien een verkeerde indruk bij niet-christenen. Zij denken vaak dat geloven bestaat uit dingen 'moeten' of 'niet mogen'.
Toch nemen deze nobele motieven niet weg dat vandaag onder orthodoxe christenen een regelrechte dwaling oprukt. Plichten en geboden gelden daarin als oudtestamentisch en wettisch. In het Nieuwe Verbond zijn we vrij van de wet en leven we door de Geest. Deze dwaling heet antinomianisme. Zij ging in de kerkgeschiedenis vaak samen met enthousiasme voor spiritualiteit, ervaring en Geest. Precies diezelfde combinatie wint vandaag opnieuw terrein.
Bovendien vormt de allergie voor 'moeten' het camouflagepak waarin de moderne autonomiegedachte zich mengt onder orthodoxe christenen. Doe alleen wat je zelf denkt en wilt, en laat je niets opleggen van buitenaf. Daarin steekt een element van waarheid. In Gods modelsamenleving zijn wij allemaal broeders en is niemand onze heer.
Zelfhandhaving
Helemaal niemand? Natuurlijk wel Jezus zelf en dus God. In de afkeer van 'moeten' mengt zich zomaar vrome zelfhandhaving tegenover God. De mens is het hoogst geplaatste schepsel, maar leeft met zijn grote zelfstandigheid en verantwoordelijkheid wel voor de ogen van de nog veel hogere God. Verbonden aan Christus mogen we die positie hervinden. Bij die relatie past een grote variatie aan woorden: liefde, creativiteit, vrijheid, zelfstandigheid. God is Vader, Bruidegom, Vriend. Maar hij is ook Heer. Dus blijft ook het woordje 'moeten' in die relatie volstrekt op zijn plaats.
Jezus zegt: 'hebben jullie alles uitgevoerd wat God vraagt? Zeg dan: wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen'. Wie beweert dat woorden als 'plicht' en 'moeten' niet meer bij christenen passen, had waarschijnlijk bij het lezen van het Nieuwe Testament even zijn bril niet op. Dat staat vol met opdrachten, dingen die 'moeten'. Niet wollig verzacht of omstandig ingedekt. Ook niet elke keer nadrukkelijk afgegrensd tegen mogelijke misverstanden.
Het wordt tijd dat christenen ophouden met hun religieuze gepuber. Wie geestelijk volwassen wordt, overgroeit de allergie voor 'moeten'. Moeten moet.
Dr. A.L.Th. de Bruijne is hoogleraar Ethiek en Spiritualiteit aan de Theologische Universiteit in Kampen (Broederweg).
Ned.Dagblad 11-04-09